Het merendeel van de kristallen op Aarde zijn gevonden in gebieden waar het gesmolten binnenste van de aarde kunnen afkoelen is geweest. Tijdens deze koelproces kan magma of lava kristalliseren . Het mengsel van mineralen in het gesmolten gesteente , evenals de temperatuur en druk wordt blootgesteld, bepalen welk type kristallen worden gevormd . Deze zijn meestal te vinden in de buurt van vulkanen , hot spots of tectonische grenzen .
Sedimentaire gesteenten
De kristallen gevormd in sedimentaire gesteenten zijn volledig verschillend in hun oorsprong dan in stollingsgesteenten . Ontbinding is een belangrijk onderdeel van kristalvorming , met name in karst , of carbonaat grot , omgevingen. Dolomiet , kalksteen en marmer zijn alle koolstofhoudende bedrocks en zijn gemakkelijk opgelost door koolzuur geproduceerd door de mix van regenwater met atmosferische kooldioxide . Wanneer deze mineralen vallen uit de oplossing , ze vaak herschikken zich in georganiseerde patronen , waardoor de karakteristieke kristallijne grot formaties van stalactieten en stalagmieten .
Ice
gewicht , de op een na meest voorkomende kristallen op Aarde zijn in de poolkappen , gletsjers en permafrost . Solid water is kristallijn en kan de vorm van sneeuw , hagel , plaat ijs , permafrost of gletsjers , afhankelijk van de voorwaarden van zijn vorming .
Biosphere
Kristallen kunnen worden door dieren. Aragoniet wordt gesynthetiseerd door de meeste weekdieren om hun beschermende schelpen te produceren . Gewervelde dieren zijn geëvolueerd om hydroxylapatietchromatografie , of bot mineraal produceren , in plaats daarvan . Hydroxylapatiet maakt 50 procent van het skelet gewicht. Soms kristalproduktie pathogeen . Purinemetabolisme bij dieren kan ook resulteren in de productie van urinezuur kristallen. Helaas , hoge niveaus van urinezuur kristallen in mensen gecorreleerd met de ziekte jicht . Calciumoxalaatkristallen soms aggregaat in de nier , de vorming van pijnlijke nierstenen .