Controleer de spanning die door de stroombron. U kunt het vinden op het etiket van de accu of de transformator. U hebt een gloeilamp die dezelfde spanning gebruikt als stroombron .
Zet Pagina 2 de gloeilamp in een gloeilamp houder . Gebruik te schroeven in de bol van uw vingers . Draai de terminal aansluiting schroeven op de lamphouder met een schroevendraaier.
3
Knip twee 12 inch stroken van AWG 16 gauge of vergelijkbare grootte draad , met een mes . Verwijder 1/2 inch van kunststof van de uiteinden van de twee draden stroken met behulp van draad strippers .
4
Schuif het einde van een van de draden onder een van de lamphouder terminals en draai de schroef vast . Schuif het uiteinde van de andere draad onder de andere aansluiting op de lamphouder en draai de schroef .
5
Zoek de aansluitingen op de stroombron. Plaats de tegenoverliggende einden van de draden tussen de lamphouder op de twee terminals; het maakt niet uit welke . Als de lamp brandt , is de voeding goed werkt en er geen kortsluiting met de stroombron. Als het lampje niet brandt, de stroombron is dood, of er een interne kortsluiting zodat het apparaat moet worden vervangen .
6
Plaats de uiteinden van de draden aangesloten op de gloeilamp op de twee klemmen op de elektrische punt aangesloten op de voedingsbron . De gloeilamp verlicht , als de bedrading niet over een kortsluiting . Dit betekent dat de kortsluiting wordt veroorzaakt door de elektrische punt . Als het lampje niet brandt, dan is de kortsluiting in de bedrading tussen de elektrische punt en het stopcontact .
7
Houd een van de twee draden die aan een van de klemmen op de elektrische punt . Het uiteinde van de andere draad op een van de klemmen op de energiebron . De gloeilamp gaat branden als de bedrading correct is. Als dit niet gebeurt , is het of omdat je twee positieve of negatieve er terminals , of een kortsluiting in de draad hebt aangesloten.
8
Beweeg de draad verbonden aan de aansluiting van de elektrische item om de andere aansluiting op het elektrisch voorwerp . De lamp brandt nu als er geen kortsluiting . Als het niet gaat branden , dan is de kortsluiting is ergens langs de draad en moet worden vervangen .
9
Herhaal de procedure door het verplaatsen van de draad is aangesloten op de stroombron terminal naar de andere stroombron terminal. De gloeilamp verlicht , als het circuit bedrading correct is . Als het lampje nog steeds niet brandt , dan moet u de bedrading te vervangen .